2014 13 Inchamay - Bweeng
Donderdag 21 augustus Etappe 11
Brrr. Wat was dit een koude nacht. Het zal richting 5 °C zijn gegaan. De zomer begint op zijn einde te lopen. We liggen nog in onze slaapzakken als we een wandelaar met hond horen passeren en even later weer horen teruglopen. En om 7.15u. komt een auto die naast onze tent stopt: het blijken werkmannen te zijn die met machines in het bos gaan werken. Toch maar goed dat we hier onze tent hebben opgezet en niet aan de andere kant van dat hek.
Opstaan is altijd moeilijk in de tent: het is koud en we voelen ons geradbraakt alsof we niet hebben geslapen. Dat is natuurlijk niet zo: we liggen gewoon al snel 10 tot 11 uur in de tent en dan kan het niet anders dan dat je een aantal uren niet slaapt. Het is een kwestie van even doorzetten, binnen in de tent alles inpakken en dan koffie drinken. Na een volledig droge dag gisteren, is het ook nu weer strak blauw. Zo kunnen we nog voordat we vertrekken de tent redelijk drogen op het hek.
Waar het gisteren een “heide dag” was, moet het vandaag een “bos dag” gaan worden. Er komt weliswaar eerst nog wat hei, maar daarna is het 10 kilometer merendeel naaldbos. Het is licht heuvelig, waardoor het op de Eiffel en de Ardennen lijkt. Zo komen we langzaam maar zeker weer richting huis. Morgen lijkt het namelijk een “Zuid-Limburg dag” te worden met glooiende weilanden.
Behoudens een klein stukje drassig pad vanuit de hei naar het bos met gelukkig hier en daar planken en een bruggetje, gaat het over grote kiezelige boswegen met veel rijpe bramen erlangs. Het stapt stevig door. Het wordt geen bijzondere dag, want we komen nauwelijks mensen tegen: alleen een boer die de stormschade van zijn bomen afbrandt en een oudere wandelaar die zijn hond uit laat en ons een lift aanbiedt.
Om half vier zijn we al in Bweeng en de pub blijkt open. Er zitten een stuk of acht locals naar paardenraces te kijken. Er zijn ook wat jongeren en die moeten haast wel werkeloos zijn. We betwijfelen of wij dan in Nederland in de kroeg zouden gaan hangen op een donderdagmiddag… Het is in ieder geval niet heel gezellig, de Ieren praten eigenlijk niet met elkaar en ook niet met ons. Ach: we zitten lekker, hebben wat te drinken en hoeven ook niets meer vandaag. Ik schrijf het verslag weer eens bij en Marion leest de Ierse krant en kleurt ons “22 aug ’14 Mallow” bordje voor morgen in. Tussendoor loop ik even op en neer naar het postkantoor voor nog wat brood en kaas voor morgen. Ik herken het vrouwtje van het internetfimpje en vraag natuurlijk een foto: postkantoor annex kruidenier.
Bweeng zelf is maar een raar dorp met een paar nieuwbouwwijken waarvan delen grond braak liggen en waar zelfs gloednieuwe huizen leeg staan met hekken eromheen en zo te zien schimmel op de ruiten. Die zijn gebouwd net voor de crisis.
We mogen de tent naast de pub zetten en als die staat koken we onze laatste maaltijd: pasta met wolfsvis en garnalen. Dat is culinair lekker! We sluiten de dag af door tot een uur of tien in de pub te zitten. Ondanks dat naast de beroepsdrinkers van vanmiddag er ook nog anderen komen, komt de stemming er niet in. Blijkbaar zijn pubs lang niet zo gezellig als er niet ook wat ontspannen toeristen zijn.