2014 4 Ardgroom -Kilmakillogue
Dinsdag 12 augustus Etappe 4
Het heeft flink geregend vannacht. Zeker een bui of acht van elke keer tien minuten tot een kwartier. Het tentje heeft het gelukkig prima gehouden. We staan qua dan ook gelukkig enigszins beschut. We ontbijten in de tent en pakken daar ook alles in, omdat het ook vanmorgen nog regent. Vandaag dus vanaf het begin maar de regenjassen en–broeken aan, want er is geen blauw in de lucht te zien. De natte buitentent gaat in een plastic zak: vanavond bij de B&B drogen.
We blijken dichter bij de steencirkel te hebben gelegen dan gedacht. Binnen een paar minuten zijn we er al: het is een kleine qua doorsnede, maar wel met nog 9 van de oorspronkelijke 11 stenen, plus een grote ernaast om de aandacht te trekken. Mooi en sfeervol, met uitzicht over de zee.
Dan is het omlaag en een stuk over de verharde weg en na drie km. moeten we weer de moors in. Er stopt net een bus met aanhanger waar een man of 15 uitstappen. Waarschijnlijk zo’n wandeltour waarbij de bagage wordt vervoerd. Snel doorstappen dus om die groep voor te blijven. Het gaat weer 150 meter omhoog naar een pas en blijft dan redelijk op niveau. Verbazingwekkend wat een hooggebergte gevoel de kale heuvels hier geven. Door de regen vannacht en ook nu nog nu en dan, krijgen we wel voor de eerste keer met flink zompige ondergrond te maken. Ik steek ergens mijn wandelstok wel 50 cm. in de modder!
Rond elf uur komen we nog twee kleine steencirkels tegen. Beschut tegen de harde wind zetten we in een van de twee thee en eten we koekjes. Daarna volgt de afdaling naar Lauragh en komen we ineens in bos vol met rododendrons, varens en bemoste muurtjes en rotsen. Prachtige afwisseling.
Ondertussen hebben we weer 10 tot 12 kilometer in de benen en dat voelen we. In een, zonder zoeken vooraf op internet totaal onvindbare, mini-winkel kopen we bij een oudere vrouw blikjes sinas, brood, kaas, koekjes en WC papier. Veel meer heeft ze eigenlijk niet. Zo’n winkel zal (helaas) niet lang meer bestaan. Als we buiten op de bank de blikjes fris willen drinken, komt ze met stukken karton aan, zodat we droog kunnen zitten.
Nu volgt nog een laatste uur stappen over de verharde weg naar onze B&B voor de komende twee nachten: Teddy O’Sullivan, ook wel Helen’s Bar genoemd. We lopen daarbij langs Derreen Garden die we morgen op onze rustdag gaan bezoeken. De weg gaat door een uitbundig gevarieerd groen bos, met aan beide kanten rododendrons tot wel 6 meter hoog. Een groene canyon dus, heel mooi.
Onze B&B ligt aan een mini haventje in de middle of nowhere en is zo Iers als Ierland maar zijn kan met een oude eenvoudige houten toog en een grote kast daarachter, buiten picknicktafels op de kade en uitzicht op de zee, het haventje en de bergen rondom. We zijn blij dat we er zijn, want na de bijna 70 kilometer afgelopen vier dagen zijn we toch wel moe.
We hebben een piepkleine kamer recht boven de bar en vullen de rest van de dag met de was doen en ophangen om te drogen, douchen, wat Guinness, verslag bijschrijven en tegen zeven uur ons avondmaal met zalmfilet, friet en salade. Prima pubfood! Al enigszins bijgekomen liggen we rond half tien in bed. Ondanks dat er nog redelijk wat volk in deze afgelegen pub is, is het boven wel stil en slapen we al snel.