2014 7 Lough Inchiquin - Gowlane
Vrijdag 15 augustus Etappe 6
We hebben prima geslapen en ’s morgens in de zon hebben we direct prachtig uitzicht. We zetten koffie en bedenken net hoe we nog aan wat water voor vandaag kunnen komen, als een vrouw langskomt die haar hond uit laat. Direct gevraagd waar ze woont voor wat water, maar ze woont 3 km. richting waterval en dat is te ver voor ons. Geen probleem: ze gaat wel terug om water te halen en brengt die een half uur later met haar auto. Dankzij deze Ierse vriendelijkheid hebben wij zo weer water en kunnen we op pad.
Natuurlijk moeten we een pas over en het eerste deel van de beklimming is over een verhard weggetje, het tweede deel gaat dwars door woest gebied met schapen. Hier en daar liggen planken, want het wordt drassig. Boven zijn we al aardig moe, maar dit was dan ook een beklimming van 350 meter, waar we 200-250 meter gewend zijn.
Omlaag valt ook niet mee: hoog gras, behoorlijk drassig, geen planken en vervelende kleine muggen en dik 350 meter omlaag. Door die muggetjes houden we ook bijna geen pauzes. Toch is ook dit weer een mooi dal waar we in gaan. Het is ook het laatste van het Beara schiereiland, want na Kenmare zitten we op Kerry. Grappig is het dat als we weer over zo’n trappetje zijn gegaan, achter ons een bord staat “Beware of bull”. Gelukkig hebben we die niet gezien!
Op de splitsing van de Beara Way en de aftakking naar Kenmare zetten we koffie, eten we en SMS ik Paul voor zijn zestigste verjaardag. We hebben nu weer heerlijk weer en we kijken al uit naar een terras in Kenmare. Dat valt echter nog niet mee, want we moeten nog 6 kilometer over licht heuvelende verharde weggetjes, met regelmatig enorme villa’s daarlangs. Net voor Kenmare zien we eindelijk rugzaklopers: twee jonge jongens die echter zo snel lopen dat een praatje onmogelijk is. Om drie uur steken we de Kenmare brug over en al snel staan de auto’s op de weg stil in file. Ook qua aantal voetgangers wordt het heel erg druk. Welkom in de toeristenwereld denken we, maar dan blijkt er een jaarlijkse fair te zijn. Gewoonlijk is het hier dus rustiger.
Hoe dan ook: wij bemachtigen een plek op een terras in de hoofdstaat en aanschouwen de Ierse jaarmarkt bezoekers. Soms op hun Paasbest (al kunnen dat heel oude kleren zijn), soms in hun dagelijkse boerenkloffie. Het is in ieder geval entertainment. Ik drink deze keer Beamish en die bevalt me van het rijtje Muphies, Guinness en Beamish nog het meest (n.l. het zachtste).
Na een uur lopen we via de jaarmarkt waar ook koeien, honden, ganzen enz. worden verkocht naar een winkel net buiten het centrum om inkopen voor morgen te doen. Daarna weer terug naar het centrum waar we in een aardige pub wat eten en drinken. We pikken daar nog net een live optreden mee, voordat we vertrekken voor nog eens 4 km. lopen. Dat moet wel omdat Kenmare - Killarney 27 km. is en dat zouden we gezien de hoogteverschillen niet halen. Door nu in de avond nog wat te lopen, moet het morgen wel gaan lukken.
Zo beginnen we nu vanavond nog aan de Kerry Way. Het smalle verharde weggetje klimt aardig omhoog en net voor het nationale park klop ik bij een boerderij aan voor een kampeerplek. Twee honden slaan aan, een oudere boer doet open en Ierse muziek staat binnen aan: natuurlijk is een kampeerplek geen enkel probleem, in de huiswei zijn wat vlakke plekken. Prachtig weer.
Terwijl wij de tent opzetten, dendert en jong rugzakstel omlaag. “Hoe ver Kenmare nog is?”. “Een uur” roep ik. Prima. “En wat is dan een goede pub?”. Tsjonge: ze zullen er niet voor tien uur zijn en moeten nu toch al aardig wat gelopen hebben. Ineens voelen we ons oud worden…