2014 8 Gowlane - Killarney
Zaterdag 16 augustus Etappe 7
Ook nu hebben we weer prima geslapen. Het is hier dan ook erg droog. Het is de eerste keer dat de tent niet nat is van regen of dauw. We breken weer af, pakken in, zetten koffie en ontbijten. Een vast ritueel. Deze keer scheer ik me ook. Dat heb ik tot nu toe alleen bij de B&B’s gedaan, maar het is deze keer twee dagen achter elkaar kamperen en dan ziet het niet uit.
We lopen over een landweg Killarney National Park in en de bergen zijn hier duidelijk hoger en woester dan wat we tot nu toe hebben gezien. Het begint op de Schotse Hooglanden te lijken. Na de eerste pas blijven we nog een paar kilometer een landweg volgen door een enorm wijds en woest dal met deze keer zelfs geen schapen meer. Echt natuur!
Langzaam maar zeker verschijnen er wandelaars en we worden ook ingehaald door rugzaktrekkers. Dat hadden we al verwacht, want de Kerry Way is een stuk bekender dan de Beara Way. Bij een splitsing gaan we rechts over een paadje omhoog. Dat klimt door een erg mooi oud bos met varens, bemoste bomen en rotsen. Het lijkt zowaar wat op Corsica. Boven volgen dan weer planken door een veengebied. De landschappen volgen zich hier in een razend tempo op. Na een kop koffie op een uitzichtpunt dalen we door een mini-canyon met sprookjesachtige bomen omlaag (Esknamucky Glen). Het is geen wonder dat hier zoveel wandelaars zijn: erg afwisselend en mooi.
We kruisen een breed heidedal inclusief waterval, dan nog eenmaal omhoog naar een plateau en na de oversteek daarvan kan de laatste lange afdaling naar de meren van Killarney beginnen. We zijn al behoorlijk moe nu, vooral Marion’s rechterknie en mijn rechterenkel spelen op. Ondanks alle wandelkilometers vooraf blijft in één week tijd 120 kilometer lopen met rugzak door ruig gebied toch een aanslag op de benen. Gelukkig hebben we morgen weer een rustdag.
Vanaf de afslag naar Torc Mountain waar veel dagjesmensen naar toe lopen, is het te druk om weer iedereen dag te zeggen. We zijn weer terug in de bewoonde wereld en dat zal vandaag niet minder worden. Integendeel: Torc Waterfall volgt. Dat is best een mooie waterval, maar het is enorm druk hier. Duidelijk een van Killarney’s grootste bezienswaardigheden. Hier verschijnen ook de koetsjes, die we allebei nog van Killarney herinneren en die voor ons, naast minitreintjes, zowat het toppunt van bulktoerisme vormen. Evengoed overwegen we sterk om morgen in de Gap of Dunloe niet de 12 kilometer te lopen, maar dat met zo’n koetsje te gaan doen. We moeten namelijk onze benen wat rust gaan gunnen, want de volgende vijf wandeldagen worden ook zwaar.
Langs het meer lopen we naar Muckross House, een mooi gelegen landhuis in een groot park. Het is er erg druk, maar dat heeft het voordeel dat er een tearoom is. Buiten in de zon drinken we thee met wat lekkers. Een rugzakkoppel van onze leeftijd komt bij ons aan tafel zitten en het blijken Belgen te zijn die net de Kerry Way hebben afgerond. Voor hun is de cultuurshock dus nog groter: niet alleen massatoerisme, maar voor hun zit het er nu écht op. Het is prettig om hier met gelijkgestemden over wandelen, Ierland en zelfs Corsica te kunnen praten. Heel aangenaam.
We vervolgen ons pad langs het meer en zijn rond zes uur bij onze B&B die ik vooraf heb gereserveerd. Deze ligt het dichtste bij Muckross Park, waar we vandaan komen en overmorgen weer heen moeten, en is ook nog betaalbaar. De ontvangst is zoals we al verwachtten onpersoonlijk, maar de kamer is zeer ruim en Iers-romantisch ingericht. De wasserette in Killarney is dicht en de B&B houdster wil niets voor ons doen, dus doen we uitvoerig heel veel handwas en hangen de kamer en badkamer vol met drogende spullen. De een-na-laatste reservebatterij van het fototoestel blijkt leeg te zijn, dus we moeten vanaf nu heel zuinig met foto’s maken worden en terugkijken is uit den boze.
We lopen vanavond toch nog een stuk de stad in, maar echte pub’s liggen hier niet. Wel heel veel B&B’s en grote pompeuze Disneylandachtige hotels waar je kunt eten en drinken. Er ligt zelfs een convention centre waar bussen toeristen worden gelost. Bij een wat kleiner hotel eten we in een pubachtige sfeer allebei een burger (ham- of vega-) en lopen niet al te laat terug, omdat de aangekondigde live music nog even op zich laat wachten.