2016 10 Amlwch - Moelfre
Maandag 4 juli Etappe 40
Een halve rustdag is eigenlijk te kort. De inspanning die we moeten leveren met wandelen wordt bepaald door de afstand, de hoogteverschillen en de kwaliteit van het pad. En ook al lopen we hier gemiddeld 20 km. en ligt het totale hoogteverschil op 700 meter, de oneven paadjes met trappen en eerst 1 meter omhoog en dan weer 2 meter omlaag, voelen als meer en zijn uitermate vermoeiend. Na een uitgebreid Engels vegetarisch ontbijt checken we om half 9 uit. Gary wil niets voor het drogen van de was en zo zijn we voor overnachting met ontbijt, zes pints en avondeten maar £85,- kwijt. Een koopje!
Voordat we echt op pad gaan, kopen we bij de COOP zonnebrand en lippen crème, want we zijn flink verbrand en onze lippen springen stuk. En dat terwijl het in Nederland nu veel regent. Via de haven waar het vloed begint te worden (we nemen een foto op dezelfde plek toen het gisteren eb werd), lopen we opnieuw een mooi stuk natuur in. Dit stuk kust is weer wat vlakker en groener dan eerder, maar nog steeds de moeite waard. Ook nu zijn er weer stukken met trappen omlaag en omhoog.
Het schiereiland Point Lynas met zijn vuurtoren is een uur of drie onze metgezel: eerst nog voor ons, dan naast ons en tenslotte achter ons. Om elf uur is het koffietijd en als Marion het droogdoekje in de lucht houdt om te drogen zegt een passerende Engelsman “That’s the worst kite ever”. Dat is Engelse humor;-) We beginnen nu in weilanden te komen en moeten ook een stuk landinwaarts waar veel luxe vrijstaande vakantie-cottages liggen. We scoren weer wat fauna: een fazant die voor ons uitrent op het paadje. Omdat het nu miezert, lunchen we onder een boom. We worden steeds creatiever, want nu hebben we verse coleslaw op ons brood.
Nadat we 2 kilometer landinwaarts langs een volgelopen baai zijn gelopen, gaan we via kleine wegen naar Dun Lligwy, een dorp uit de Romeinse tijd waar ook een stoere grafkamer bij ligt. Ondanks onze vermoeidheid en de harder wordende regen is het toch de moeite waard. Het is wat vreemd dat het officiële pad alleen de kust blijft volgen en niet dit soort bezienswaardigheden een beetje landinwaarts aandoet. Dit hebben we zelf moeten ontdekken. Het is wel een beetje spannend om er te komen, want we moeten door een wei met jonge stieren. Marion banjert gewoon door, dus ik volg haar maar gauw.
Behoorlijk moe en nat zijn we om 17u. in het centrum van Moelfre waar we in een pub opdrogen en bijkomen. Het is hier wel gezellig en omdat buiten de regen maar niet ophoudt, blijven we hier 2½ uur en eten we er ook. We komen met een oud hippiestel naast ons aan de praat. Zo’n gesprek begint met een simpele vraag als ‘What is squash?’(dat blijkt een gele courgette te zijn), maar gaat al snel over wandelen, Anglesey enz. Wel leuk.
Wanneer het droog is, lopen we de laatste kilometer naar onze boerencamping Nant Bycham. Het begint weer te regenen en omdat we denken dat het snel voorbij zal zijn, doen we de regenbroeken niet aan. Gevolg: klets-en kletsnatte broeken. Op de camping wachten we wel een half uur in het toiletgebouw totdat het minder regent. Dan is het als een hazewind de tent opzetten en dat lukt op zo’n manier dat de slaapspullen droog blijven. Na nog een beker wijn in de tent gaan we om half tien slapen, terwijl de regen langzaam maar zeker ophoudt.