2016 2 Carrigroe - Knockree
Zondag 26 juni Etappe 33
We hebben matig geslapen. Dat gevoel hebben we altijd als we rondtrekken en in de tent slapen (omdat we zo vroeg in de slaapzak liggen en dus vanzelf meer wakker liggen). Nu komt er echter nog bij dat het al tegen vier uur gaat schemeren en we dus vroeg wakker worden. Het is hier extreem kort donker. Om 7 uur staan we op en ontbijten we met havermoutpap, een experiment. Het is goed te eten, maar het is wel de vraag hoe lang we hier op kunnen lopen. We krijgen alles nog droog ingepakt, maar het gaat wel al snel miezeren.
We beginnen met een paadje dat flink omhoog klimt en dan volgt zeker een uur een glooiende bosweg met hier en daar heidevelden. Bij een kleine verharde weg wordt het een stuk woester en geaccidenteerder. We naderen nu Lough Tay en dat meer ligt behoorlijk diep in een dal met steile rotsen en heidevelden er omheen. Het is een fantastisch landschap dat wel op Schotland lijkt. Het wordt nog mooier, want door een inktzwart bos volgt een lang bielzen pad, dan goede glooiende paden over de hei en tenslotte een klim naar een uitzichtpunt waar een gedenkteken voor JB Malone staat: dat is de man die de Wicklow Way heeft uitgezet. We zetten er koffie en eten wat brood, want de havermout is onvoldoende. Het is balen dat het juist hier zo’n slecht weer is.
Nu volgen dik vier kilometer heidegebied langs de Djouce Mountain (733m.). Het begint te misten en we verwachten niet veel van het landschap te zien, maar nadat we met een eerste groep wandelaars (scouting leiders?) hebben gepraat, trekt het open. Het lijkt nu wel een Corsicaans hooggebergte plateau, waar je zo pozzines zou verwachten. Rechts verschijnt ook de zee, maar Wales krijgen we niet te zien.
We komen steeds meer wandelaars tegen die de berg oplopen en met één van de groepen (een Iers gezin) wordt wat uitvoeriger gepraat. De vader is onder de indruk van de gear en preparation. Na zo’n gesprek lopen we altijd met extra energie verder, al begint Marion wel wat last van haar knieën te krijgen. Vandaag is het dan ook de zwaarste tocht dit jaar, met weliswaar maar 19km. maar ook met 1300 hoogtemeters te overbruggen. In de afdaling naar het volgende dal lunchen we bij het muurtje dat het Wicklow Mountains National Park begrenst. Het is weer droog en wordt zelfs warm. Vanwege de wind hebben we echter toch meestal onze jassen aan.
Nadat we de Dargle River hebben overgestoken is het weer pittig omhoog en dan op niveau een brede bocht naar rechts over een smal pad. Rechts van ons loopt het enorm steil omlaag en we kunnen een paar keer de Powerscourt waterval zien, wat feitelijk de Dargle is die hier omlaag stort en de hoogste waterval van Ierland is. Het is best mooi, maar wat we vandaag al hebben gezien was toch vele malen mooier en indrukwekkender.
Het volgende en laatste dal van de dag dient zich aan: Glencree. Over een brede bosweg loopt het omlaag naar een parkeerplaats waar een paadje omlaag naar en langs het riviertje loopt. Overal staan borden dat het verboden is om hier te kamperen en dat is wel begrijpelijk, want dit dal is minder woest dan de vorige dalen en er zijn mooie vlakke grasvelden die uitnodigen om de tent op te zetten. Dat doen we echter niet: we lopen door naar de jeugdherberg in de hoop iets van de wedstrijd Ierland – Frankrijk te kunnen zien, maar helaas: er staat geen TV op. Ook jammer dat hier geen pub bij ligt, want niet-gasten mogen eigenlijk niet naar binnen en buiten is niets overdekt terwijl het toch weer wat gaat miezeren. Evengoed drinken we er wat, nuttigen we wat zakjes chips én, heel belangrijk, worden de waterzakken weer gevuld.
Na een uur lopen we weer verder en hoewel het pas vijf uur is, wordt niet veel verder bij een mooie vlakke bosweg de tent opgezet. Er staat zelfs een zitbank bij, dus dat is wel luxe voor ons. We komen bij van deze zeer gevarieerde tocht, die wel bij de toppers tot nu toe in Ierland hoort en krijgen de avond om met een beker wijn, koken en eten en gokken wat hier vanavond nog zal langskomen: dat blijken 2 wandelaars met hond en 2 ruiters. Van Rico horen we dat Ierland heeft verloren en met die wetenschap liggen we nog voor half 9 in bed.