2016 23 Llangollen - Carreg-y-Big
Zaterdag 26 augustus Etappe 50
Na ook vandaag ons ontbijt om acht uur, nemen we tegen negen uur afscheid van John en Heather. Ze hebben een mooi concert gehad gisteren en John is een beetje duf. Dit zijn echt zeer gastvrije en prettige B&B-ers.
Na vers brood van de warme bakker en nog extra zooltjes te hebben gekocht, klimmen we omhoog naar de Dinas Bran ruïne. Oorspronkelijk wilden we daar overheen, maar bij nader inzien lopen we er onderlangs, waardoor we tijd en energie besparen om vanavond niet vrij te kamperen maar bij een manege 5 km. verder. Mocht het gaan regenen zoals ze voorspellen, dan zitten we daar beter. Evengoed hebben we mooi uitzicht op deze ruïne die strategisch op een vrijstaande heuvel ligt.
De weg die nu volgt is weer prachtig, want links van ons liggen heidevelden met rotsen en schapen, rechts van ons het diepe Dee-dal en achter ons uitzicht op de rotsen en Dinas Bran. Bij de afdaling door een hellingbos verlopen we ons en we hebben geen zin weer terug te klimmen naar Offa’s Dyke Path en volgen een variant onderlangs het Llangollen Canal naar Pontcysyllte. Het is uiteindelijk maar 1 kilometer extra. Langs dit aangename kanaaltje zetten we koffie en wordt een tweede poging met het zooltje gewaagd. De nieuwe bergschoenen gaan nu ook aan om ze uit te proberen.
Het aquaduct is een aardige toeristen attractie met veel voetgangers op het towpath langs het smalle kanaal, dat hier 30 meter boven de Dee gaat. Dit was indertijd een hoogstandje van de industriële revolutie en het trekt dan ook terecht veel volk aan. Als de ergste drukte voorbij is, lunchen we nog steeds langs het kanaal met deze keer houmous met verse puntpaprika. Subliem! De oude bergschoenen gaan weer aan en zullen pas weer aan gaan als het flink gaat regenen of de oude uit elkaar vallen, want het is niet optimaal.
We lopen nu al ruwweg 70 kilometer over Offa’s Dyke Path, maar hebben de dijk nog niet gezien. Die loopt namelijk niet van kust tot kust, waardoor de begin-en einddagen het zonder dijk moeten doen. Wij krijgen hem om half twee eindelijk te zien en het pad volgt hem redelijk strak: soms er boven op, soms iets links of rechts ervan, soms een paar honderd meter afstand. De dijk is door koning Offa van Mercia rond 800 aangelegd als bescherming tegen de Welsh die hij maar niet klein kreeg. Later is dit de basis voor de huidige Wales -Engeland grens geworden. De dijk varieert nu nog in hoogte van 1 tot 4 meter en kenmerkt zich het meest door de prachtige enorme bomen die erlangs staan, vooral eiken, en veel struiken.
Net als het gaat regenen zijn we bij Chirk Castle waar het druk is. We kunnen schuilend onder een afdak een ijsje eten en als we een half uur later vertrekken is het weer droog. Het lijkt dus nog wel mee te vallen met de regen vandaag. In de afdaling van het kasteel zien we grote groepen weidevogels die wat op fazanten lijken. Dat blijken het ook te zijn: het zijn jonkies die net uitgezet zijn om in oktober op te kunnen jagen. Een oudere vrouw die op langzaam tractor tempo de volgende helling opklimt vertelt ons dat. Plus de opmerking dat ze altijd vrolijk wordt van de fazanten die ze in februari nog ziet, want die hebben het overleefd!
Het pad is prachtig, maar de poortjes en trapjes en het slingeren op de dijk is wel vermoeiend. Evengoed bereiken we de manege van Carreg-y-Big tegen half zeven. We hebben 22,3 km. gelopen vandaag. Het is even zoeken om iemand te vinden in dit complex van gebouwen, maar het komt goed: we kunnen op een mooi gemaaid grasveld naast het woonhuis kamperen en ook gebruik maken van de ruimte waar wat bankstellen en een aanrecht staan en de toiletten zijn. Zo eten we vandaag onze pakjes binnen op een bankstel. Dan nog een glas zelf meegenomen wijn en naar bed. Naast ons staat nu een grote tent van twee mannen die hier te voet zijn, maar ook hun auto hier hebben staan. Dat is weer zo’n interessant mysterie, wat we morgen eens moeten navragen.