2019 30 la Chaumette - Boussac
Vrijdag 30 augustus Etappe 136
We hebben prima geslapen in de halfopen tent. Het voordeel van zo’n wildkampeerplek als deze is dat we niet hoeven te haasten met tent afbreken of inpakken. Het is deze keer dus lekker rustig ontbijten. Vandaag wacht maar iets meer dan 14 kilometer naar Boussac, onze laatste rustdag. Het eerste stuk gaat nog over het plateau dat tussen de Indre en de Creuse in ligt, daarna volgt een prettig Zuid-Limburgs aandoend dal dat 50 meter is ingesleten in het plateau: weilanden met koeien, hagen erlangs, holle wegen en hellingbosjes. Het is heel aangenaam rustig. De enige opwinding ontstaat door een kalf dat uitgebroken is en vóór ons in paniek over de landweg vlucht, terwijl de hele kudde in de wei hem en ons volgt en luid loeit. Als we het beest toch ergens zijn gepasseerd omdat hij een andere wei is ingevlucht, blijft het lang onrustig achter ons.
Voor het eerst krijgen we te maken met een vervelende loslopende hond. Gelukkig is zijn baasje erbij. Tot nu toe hebben we in Frankrijk nog geen enkel probleem met honden gehad, maar we lopen nu toch weer meer op onze hoede. Na een kasteel met meer en camping (Poinsouze) volgt een lange en warme afdaling naar Boussac. Dat stadje ligt aan de kleine Creuse die nu net als de Indre riviertjes bijna droog ligt, maar wel een heuse rotskloof heeft gecreëerd. Er ligt een enorm kasteel op de rand, een groot en stoer middeleeuws gebouw. Hoewel we dit morgen allemaal beter gaan bekijken, maken we nu al talloze foto’s.
Rond 13u. zijn we bij ons hotel. We moeten nog even wachten voordat de kamer is gepoetst, maar de ontvangst is allerhartelijkst. Het nieuwe gasbommetje plus pakjesmaaltijden voor drie dagen zijn er. Na het douchen wordt een deel van de was op de hand gedaan en aangetrokken als we het stadje in gaan. Dat is nog altijd de beste manier om de kleren te drogen, zeker met de tropische temperaturen die hier nu nog steeds heersen. We doen niet veel, want anders hebben we morgen niets meer te doen. Het is dus alleen maar wat op het terras drinken en locals en toeristen aanschouwen. Die laatste zijn hier voor de afwisseling nu wel eens. Waarschijnlijk door die kasteelcamping en de naturistencamping die hier liggen. Verder is de Creuse net zo onbekend en rustig als de Indre.
Terug in het hotel bijten we onze tanden stuk op Sudoku niveau 7. Dat boekje hebben we in la Châtre gekocht, maar we hebben ons verkeken op de moeilijkheidsgraad. We eten vanavond luxe bij het hotel. Het is niet alleen het enige hotel hier, maar ook de enige gelegenheid voor een avondmaaltijd. Het is alles erop en eraan met voor-, hoofd-, kaas en nagerecht, én een mooie fles Pouilly-Fumé. Heerlijk, maar eigenlijk te veel. Tegen tien uur gaan we naar bed, waar we wel nog veel geluid blijven horen vanwege de dunne wanden.